Inwerkingtreding op 01/07/2019
De Wet Peeters-Ducarme van 09/05/2019 werd op 26/06/2019 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Voluit: "Wet betreffende de verplichte verzekering van de burgerlijke beroepsaansprakelijkheid van architecten, landmeters-experten, veiligheids- en gezondheidscoördinatoren en andere dienstverleners in de bouwsector van werken in onroerende staat en tot wijziging van diverse wetsbepalingen betreffende de verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid in de bouwsector."
Zo wordt de voorziene inwerkingtreding op 01/07/2019 toch nog gehaald door de regering van lopende zaken.
Wie de volle tekst van titel leest, merkt al meteen de voornaamste uitbreidingen die de Wet in werking stelt. We gaan er hieronder voor U dieper op in.
Eerst even terug naar 31/05/2017: De Wet Peeters-Borsus
De Wet Peeters-Borsus, bepaalde de verzekeringsverplichting van de decennale (tienjarige) aansprakelijkheid en is van toepassing op
Met bovengenoemde 4 belangrijke parameters is de Wet van toepassing op verschillende bouwactoren die op zoek moesten naar een verzekeringsoplossing.
Deze kan gevonden worden in een activiteitenpolis (die de activiteit van de bouwactor voor één of verschillende werven verzekerd) of projectpolis (een polis specifiek voorzien voor een project). In dit laatste type polis groeperen verschillende actoren van een werf zich in één verzekering, wat voor de consument en architect veel duidelijkheid geeft.
Ook bieden sommige verzekeraars een formule aan die een uitbreiding betreft van de 'klassieke' burgerlijke aansprakelijkheid.
De wet van 31/05/2017 had nog bijkomende implicaties: zoals de afschaffing van de verzekeringsverplichting (beroepsaansprakelijkheid) voor architecten (Wet Laruelle), een verplichting die tijdelijk enkel nog in standgehouden werd door hun deontologische verplichting.
Hier brengt de nieuwe wet nu weer verandering in.
Belangrijk is andermaal te onderlijnen dat de wet van 31/05/2017 voor de bouwactoren enkel en alleen de tienjarige aansprakelijkheid viseerde en dit enkel en alleen in woningbouw.
Dit brengt ons naadloos bij de nieuwe wet, die een totaal ander objectief heeft.
De nieuwe wet van 09/05/2019 in a nutshell
Bovengenoemde wet hernieuwt de door de wet van 31/05/2017 afgeschafte verzekeringsverplichting voor architecten (Wet Laruelle), maar gaat verder door de verzekeringsplicht uit te breiden tot alle intellectuele beroepen in de bouwsector.
Een kopie van de wet vindt U hier.
Belangrijkste wijzigingen
1) De (nieuwe) verplichting tot verzekering wordt niet alleen aan architecten opgelegd.
Alle andere intellectuele beroepen in de bouwsector worden geviseerd.
Concreet spreken we van:
2) Concreet gaat het om door de actoren geleverde intellectuele prestaties in het kader van onroerende werken.
à dit is dus veel ruimer dan de wet van 31/05/2017 die enkel woningbouw viseerde!
3) De Wet bepaalt de minimumkapitalen waarin de verzekering moet voorzien.
Cfr de wet van 09/05/2019 is dit (per schadegeval!):
Bovengenoemde bedragen zijn gekoppeld aan de index der consumptieprijzen (lichamelijke letsels) en ABEX-index (voor (im)materiële schade en schade aan het toevertrouwd goed).
4) In vergelijking met de Wet Laruelle, valt de decennale aansprakelijkheid (art. 1792 & 2270 B.W.) niet onder de verplichting tot verzekering voorzien in de wet van 09/05/2019.
De deontologische code voor architecten blijft hiernaast uiteraard bestaan. Ook wordt deze verplichting reeds voorzien door de wet van 31/05/2017.
De nieuwe wet beoogt naast het finetunen van de wet van 31/05/2017 dus louter de regeling van de 'burgerlijke beroepsaansprakelijkheid'.
5) De Wet voorziet in 11 gevallen van uitsluitingsmogelijkheid door de verzekeraar:
6) De verzekeringsverplichting geldt voor vorderingen ingesteld binnen een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf de dag dat er een einde gesteld is aan de inschrijving op de tabel van architecten of landmetersexperten of vanaf de dag dat de dienstverlener in de bouwsector zijn activiteiten beëindigt.
De wet voorziet in een verplichting tot voorzien van een posterioriteit van 36 maanden bij stopzetting van het beroep. Deze wettelijk verplichte 'uitloopperiode' voor uw verzekering moet (aangegeven) schade die (schriftelijk) wordt gevorderd na het einde van de verzekeringsovereenkomst, maar ontstaan tijdens de looptijd ervan toch nog dekken.
7) Er wordt net zoals bij de wet Peeters-Borsus door de wetgever voorzien in een tariferingsbureau. Dit bureau moet actoren die via de normale weg niet aan een verzekering geraken kunnen helpen.
8) Aan het gebrek van verzekering wordt een strafrechtelijke boete gekoppeld van 26 tot € 10.000 Via koninklijk besluit zal de controlebevoegdheid verder gereguleerd worden.
Wat met lopende contracten?
De wet bepaalt concreet dat de verzekeringsondernemingen overgaan tot de aanpassing van de verzekeringsovereenkomsten en andere verzekeringsdocumenten aan de bepalingen van de wet en haar uitvoeringsbesluiten, uiterlijk op de datum van de wijziging, hernieuwing, verlenging of omvorming van de lopende overeenkomsten.
Er is echter geen reden om de lopende polis niet te regulariseren.
We verwachten dat de meeste verzekeraars hier spontaan het nodige voor zullen doen en houden U hieromtrent op de hoogte.
Disclaimer
Huidige analyse is gebaseerd op een eerste lezing van de wet.
Contacteer ons via info@groupcasier.eu voor een advies op maat van uw onderneming.
Bovenstaande tekst is onderworpen aan veranderingen.
Terug naar Blog: Bouw